Het blijft behelpen met de plas in de stad
Plassen op de Dappermarkt is geen pretje, zeker niet voor de smetvrezigen onder ons. Nogal smal ook. En het stinkt er. Maar ja, alles beter dan de plaskrul die er eerst stond. Foto Marc Driessen
Vrouwen, kinderen en rolstoelers moeten het in Amsterdam Centrum doen met precies één openbaar toilet, dat op het Waterlooplein. Mannen hebben op een doordeweekse dag 34 piskrullen tot hun beschikking.Amsterdam steekt daarmee bijzonder slecht af bij andere wereldsteden, zegt Laurens van Oord, die vandaag op dit onderwerp afstudeert aan de Technische Universiteit Delft. Volgens zijn berekeningen zou het centrum van Amsterdam minimaal 129 wc-potten moeten tellen om aan de behoefte te voldoen, en die is: elke vier uur een bezoek. ''Als mensen op pad zijn, gaan ze minder vaak naar de wc.''
Toiletten in restaurants, fastfoodzaken, op stations en in parkeergarages tellen niet als volwaardige pot mee. ''Omdat bezoekers daar meer moeite voor moeten doen. Ze moeten vaak naar een andere etage.'' Stadsdeel Centrum staat op het punt elf zogeheten Urilifts te bestellen, maar aangezien dit moderne plaskruizen zijn, is de vrouw daar nog niet mee geholpen. Professor Johan Molenbroek van de TU Delft, tevens voorzitter van de Dutch Toilet Organisation, vindt dat Amsterdam niet alleen op dit soort metalen plaskokers moet inzetten. Hij pleit voor toilethuisjes, liefst met een toiletjuffrouw. ''Mensen willen een wc zoals thuis.''
Op het Dapperplein staat de Urilady, die - zoals de naam al doet vermoeden - ook geschikt voor dames zou moeten zijn. Maar volgens de marktkooplui is er geen vrouw die zich aan de Urilady waagt. Molenbroek vindt dat een kwalijke zaak. En onnodig. ''Of een toilet aantrekkelijk is voor vrouwen, kun je testen.'' Daarbij is, wat de professor betreft, het aanbieden van een schoon toilet een kwestie van gastvrijheid. ''Een stad zou haar gasten moeten verwelkomen en zeggen: 'Daar kunt u gebruik maken van ons toilet'.'' (MALIKA SEVIL)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten