vrijdag, augustus 29, 2008

Een pronte blondine


Een pronte blondine

Vraag iemand naar wat de meest aangeplante witte druif is en bijna zeker zal 'chardonnay' het antwoord zijn. Maar dat klopt niet. Weliswaar is deze de beroemdste, dan wel de beruchtste, maar het is niet de druif waarvan de meeste hectaren wijngaard staan aangeplant.

Die eer is weggelegd voor de airén. Waar chardonnay wereldwijd een half miljoen hectare op zijn conto mag schrijven, doet de airén nog een kwart miljoentje extra. En dan te bedenken dat ze alleen in Spanje te vinden zijn, voornamelijk in La Mancha. De druif heeft aan reizen een broertje dood en is ook verder behoorlijk éénkennig.

Waar andere druiven hun naam zo groot mogelijk op het etiket laten schrijven, blijft airén de grote onbekende. Weinig wijnliefhebbers zijn daar overigens rouwig om. Vroeger leverde de druif muf en ongeïnspireerd wit op dat gewoonlijk zo ondrinkbaar was dat dit vaak niet meer dan een enkeltje distilleerketels verdiende. Tegenwoordig helpt de moderne wijnmaaktechniek weliswaar een handje, maar verder dan een schone, maar vooral karakterloze blanco weet deze de airén het ook niet te brengen.

Er is geen enkele reden te bedenken om dit wit te kopen of het moet spotgoedkoop zijn, luidt het vonnis van zowel de schrijvende pers als de inkopers van de supermarkten. Zelfs 'deep discounters' als Aldi en Lidl tonen zich geen fan van de airén. In elk geval ben ik het er nog nooit tegengekomen.

Ooit kreeg ik wel wat wit van de airén uit de biologische hoek aangereikt. Maar na het proeven was de reactie: ai, snel naar de gootsteen om het uit te spugen! Suf, muf, wee en geoxideerd. De sulfietarme biobehandeling had het toch al weinigbelovende leven van de wijn drastisch bekort.

Nu kent Spanje ook een aantal minder bekende druiven die wel lekkere wijnen opleveren. In de noordelijke wijnregio's Rueda en Rias Baixas hebben respectievelijk verdejo en albariño zich inmiddels aan de anonimiteit ontworsteld door hun bijdrage aan vaak subliem, zuiver en dorstlessend wit. In de schaduw van dit duo bevindt zich de godello uit Valdeorras, net boven Portugal. Nog wel in elk geval. Maar door de wereldwijd groeiende vraag naar frisser en vooral ook karaktervol wit zullen de schijnwerpers ook steeds meer op dit deel van Galicië gericht worden.

Toch ligt het niet in de lijn der verwachtingen dat wit van de godello - waarvan overigens bijna zeker is dat het dezelfde druif is als de Portugese verdelho - een mondiale hit wordt. Simpelweg omdat er veel te weinig van is. Valdeorras is met zijn 1300 hectare een piepklein wijnbouwgebied, waar minder dan veertig bodega's actief zijn. En godello is er helemaal op de bon: er staan maar enkele tientallen hectare van aangeplant.

Bij Viña Somoza boffen ze. Daar mogen zich verheugen over het bezit van maar liefst 25 hectare, en dan ook nog eens beplant met stokken die tussen de twintig en tachtig jaar oud zijn. Wat daar vanaf komt, wordt veelal onmiddellijk geconfisqueerd door de Spaanse liefhebbers. Maar mondjesmaat wordt ook de buitenlandse wino wat gegund.

Overigens heb ik al een flinke bres in de Nederlandse allocatie geslagen door één fles van de 2007-oogst (€ 12,95) te proeven. Pront als een stoere, flink gewelfde blondine. Stevig, maar nergens Karin Bloemen. Wel licht zomers geparfumeerd, de zachte geur van gedroogd geel fruit, honing, anijs en wat tijm. Een mond vol tuttifruttiperzik, fijne bitters van een sinaasappel-grapefruitmarmelade en een licht vetje dat gepareerd wordt door zuren die als chirurgisch staal de speekselklieren uitdiepen.

Niet bepaald een aperitiefblondje, meer de ultieme tafeldame, die mij nog meer van haar kunnen toonde bij een prachtige moot kabeljauw. Op de huid gebakken, wat zeekraal erbij en het werd een onvergetelijke avond.

Wijnkoperij De Gouden Ton, Willemsparkweg 158;
679 62 31

PAROOL: Wijn - Een pronte blondine

Geen opmerkingen: