zaterdag, augustus 30, 2008

‘Stenen gooien en pilsje drinken’

AD.nl - Binnenland - 'Stenen gooien en pilsje drinken'

'Stenen gooien en pilsje drinken'

Door LUUK KORTEKAAS
AMSTERDAM - Jaja, 'Fucking Peter' was me er eentje. Zijn moeder huilde bittere tranen, toen hij zijn haar gitzwart verfde en ineens punker was. Maar wat kon hem het schelen - hij en zijn vrienden gingen de wereld veranderen.
afbeelding vergroten Een kraker staat temidden van een enorme ravage tijdens de rellen in april 1980 bij de inhuldiging van koningin Beatrix. FOTO ANP
Op internet legt hij verantwoording af over zijn bandverleden. Hij zag de Sex Pistols No future for you krijsen, de ironie ontging hem en de volgende avond schreef Copulerende Peter zeven nummers, die Arbeidsvitaminen nooit hebben gehaald. Later maakte hij deel uit van de roemruchte Jezus and the Gospelfuckers.

De band woonde in een eigenhandig geregelde woning. Wie in die tijd iets nodig had, stal het, noemde het kraken, en overgoot zijn daad met een verhullend sausje, dat het een protest tegen de woningnood was. Voor de Gospelfuckers kwam het goed uit. Ze stalen een pand met een bankkluis, waar ze konden oefenen, en dat fijn aan de Prinsengracht lag.


Nee, lieve lezers uit de 21ste eeuw, dat deugt natuurlijk niet. Maar het waren de jaren '80. De samenleving 'gedoogde' het, een snel uitstervend woord, dat zoiets betekent als dat het niet goed was, maar lastig aan te pakken, waardoor het vanzelf als rechtvaardig werd gezien.

De overlevenden van die tijd, en niet alleen minister Cramer, wrijven zich de ogen stomverbaasd uit. ,,De clichés, karikaturen en misverstanden over de jaren '80 tuimelen over elkaar heen. Een goede reconstructie van die jaren moet nog altijd worden gemaakt,'' zegt oud-actievoerder en oud-kraakpandbewoner Frans Bieckmann in de jongste aflevering van het blad Ravage, nog altijd spreekbuis van de tegenbeweging.


Want wat was het voor tijd? Rusland en Amerika hadden ruzie met elkaar, en Fucking Peter, Bieckmann en de halve rest van Nederland gingen ervan uit dat ze heel snel de atoomdood zouden sterven.

Punk- en kraakbeweging smolten samen en het liep uit op gewelddadigheid. Hoogtepunt, of desgewenst dieptepunt, waren de kroningsrellen in april 1980. Ontzettend leuk, herinnert kraker Kees Wouters zich, in Het Kroningsoproer van Eric Duivenvoorden: ,,De hele dag actievoeren, stenen gooien, tussendoor een pilsje drinken op het Rembrandtplein en als je dan weer bijgetankt was, ging je weer terug om te kijken of op het Rokin de frontlijn tien meter was verplaatst.''


Actievoeren, in welke vorm dan ook, was tot ver in de jaren '80 gemeengoed. Er was de voorhoede, die lijsten ondertekende zoals die tegen het aan banden leggen van het actieblad Bluf!. Mevrouw Cramer of Kramer tekende dat, omdat iedereen die in een bepaalde kring zat dat tekende, mits het op kringlooppapier was gedrukt.

Naast die mensen was er de harde kern van de voorhoede, zeg maar de Duyvendakjes, die bereid waren de grenzen op te zoeken. Waar het één precies begon, en het andere ophield, was toen al niet erg duidelijk, betoogt Bieckmann. Laat staan in 2008, want 'de nuance wordt in het Nederland van nu niet meer begrepen'. Geweld werd volgens hem door het grootste deel der beweging afgekeurd, illegale actie werd als soms noodzakelijk beschouwd, om schandalen aan het licht te brengen.


Protest ging in die jaren sowieso verder dan het overmaken van een acceptgiro aan Greenpeace. Achter die voorhoede zat een groot deel van de bevolking dat bereid was de straat op te gaan. De grootste demonstraties ooit in Nederland stammen niet voor niets uit 1981 en 1983, en gingen tegen kernwapens, met 400.000 en 550.000 deelnemers.

Uiteindelijk maakte het allemaal niets uit, legt historicus Han van der Horst in zijn boek Nederland uit, alle acties van de tegenbeweging. Het waren grote demonstraties, 'met een welhaast carnavalesk karakter', maar de invloed was te verwaarlozen. De kernraketten kwamen er niet, maar dat was omdat de Russische beer zijn klauwen verloor, niet door de thuis gefiguurzaagde gebroken geweertjes.


Verantwoording daarover afleggen, doet men nu op sites als Jeugdsentimenten.net. 'Ja, ik was er. Het was zeer indrukwekkend. Ik weet nog woordelijk de liedjes. Vrede moet er kommen, weg met al die bommen. Ik was 10 en het was een van de meest indrukwekkende momenten uit die tien jaar, denk ik,' schrijft Irene.

De voorhoede pakte het leven weer op. Een heleboel werden er grachtengordeljournalist, tallozen gingen in het door die verdraaide overheid gesubsidieerde actiewezen, een enkeling werd Kamerlid of zelfs minister.


De punks van toen gingen trouwens ook verder. Fucking Peter weet nog hoe er gevochten werd, hoe een fan een vleeshaak in zijn rug kreeg, hoe de zanger van de Gospelfuckers graag met een hakenkruis-T-shirt wilde spelen op een festival tegen racisme - de organisatie ontging de ironie. En natuurlijk: hoe iedereen uiteindelijk ten onder ging aan weed, speed en heroïne. Of, nog erger, aan de kinderwagen en het rijtjeshuis.

Maar sommige dingen verdwijnen nooit. Bij een ruzie staat Fucking Peter nog altijd zijn mannetje. ,,Ik pik niks van ze. Jawel, dan denk ik altijd 'Kom op Fucking Peter, je bent niet voor niets punk geweest'.''

Geen opmerkingen: