Het aantal presentatoren dat meer verdient dan een minister is met tweederde toegenomen. Hoe komt dat? Kan de Kamer, vanavond in spoeddebat bijeen, daar iets tegen doen? 			
 				 						 Rotterdam, 17 juni. Globetrotter Floortje Dessing is de enige veelverdiener    bij omroep Llink. Zij incasseert als boegbeeld van de jongste omroep een    salaris van 190.000 euro. Dat is meer dan de minister-president verdient.    Dat komt, staat in het jaarverslag, doordat de 37-jarige programmamaakster    vorig jaar is weggekocht bij de commerciële omroep.  
  Floortje Dessing wil graag zelf vertellen hoe dat ging. Zij waagde de overstap    omdat haar reisprogramma bij RTL van de sponsor „steeds sneller en wilder    moest, met almaar meer adrenalinekicks". Terwijl Dessing zelf de diepte in    wilde met programma's over „responsible travel".  
  Dat kon bij Llink. De omroep bood haar een bedrag lager dan haar    presentatiesalaris bij RTL, hoger dan de Balkenende-norm. Mijn marktwaarde,    zegt Dessing: een optelsom van vijftien jaar reisprogramma's maken én    gegarandeerde kijkcijfers bij een jonge doelgroep. Bovendien deed de    programmamaakster afstand van het „forse bedrag" dat ze bij RTL binnenhaalde    als co-producent. „Produceren doe ik niet meer. Dat is commercieel. Je moet    niet de schijn wekken dat je bij de publieke omroep komt voor de poen." 
  Floortje Dessing is een van de 25 presentatoren annex programmamakers bij de    publieke omroep die in 2007 meer verdiende dan een minister. Tegen de zin    van de Tweede Kamer is hun aantal in een jaar tijd bijna verdubbeld, terwijl    het aantal fors betaalde omroepbestuurders steeg van 11 naar 12. Dat blijkt    uit de jaarverslagen die de omroepen deze maand hebben gepubliceerd. Het    gaat om salarissen boven de Balkenende-norm, vorig jaar 169.000 euro.  
  VARA en NOS maar ook NCRV, TROS, KRO, Llink, EO en BNN overschrijden dat    salarismaximum bij presentatoren. We moeten wel, zeggen de omroepen. Voor    presentatoren regeert de tucht van de markt. Neem Llink. Als Dessing niet    was gekomen, zou Llink zonder aansprekend gezicht zitten en kijkers    mislopen. Terwijl omroepen juist op kijkcijfers worden afgerekend. Jan    Slagter, directeur van omroep Max, zegt het zo: „De gouden eeuw is in    Hilversum voorbij. Maar als je iemand wilt hebben van de commerciële omroep,    zit je zo boven de Balkenende-norm."  
  Ook bij BNN verdubbelde het aantal presenterende veelverdieners. Maar die    stijging werd volgens algemeen directeur Lucas Goes eerder veroorzaakt door    de werkwijze van BNN, een kweekvijver van talent, dan door marktwerking van    buitenaf. „Als talenten net binnenkomen, combineren ze presenteren met    redactiewerk op de vloer. Ze beginnen met een laag startsalaris en kunnen,    als ze voldoende karakter en oorspronkelijkheid hebben, in zes à zeven jaar    flink doorgroeien, tot boven de Balkenende-norm. Na hun vertrek ontstaat    weer ruimte voor nieuwe presentatoren." 
  Hoe moet de markt voor presentatoren gekenschetst worden? Anja Ringerwölde,    senior consultant bij financieel adviesbureau Hay Group, noemt presentatoren    „een uniek segment" in de arbeidsmarkt. Er gelden meetbare salarisfactoren    op deze lokale en vrij gesloten markt, die drijft op een zelf gecreëerde    schaarste. De marktwaarde, zegt VARA-directeur/voorzitter Vera Keur wordt    bepaald door wat de concurrentie voor een presentator over heeft. „Deze vaak    commerciële zenders baseren zich op marktaandeel en doelgroepbereik. De VARA    is nooit bereid om conform de marktwaarde te betalen, maar wil bij het    honorarium wel rekening houden met wat de markt biedt. Dat betekent veelal    dat onze belangrijkste presentatoren elders minstens het dubbele honorarium    kunnen krijgen." 
  Onder deze omstandigheden functioneer het marktmechanisme niet goed,    beklemtoont Jan Jacobs, hoogleraar sociaal recht aan de universiteit van    Tilburg. Hij adviseerde met de commissie-Dijkstal over topsalarissen in de    (semi)publieke sector. Jacobs wijst erop dat onder meer het salaris achter    de schermen wordt bepaald, op basis van „ondoorzichtige, oncontroleerbare    criteria" binnen „een gesloten circuit dat vatbaar is voor    vriendjespolitiek." Zijn advies: „De overheid moet een werkgever die publiek    geld beheert onder druk zetten om financieel het onderste uit de kan te    halen." Dat kan met heldere richtlijnen over beloningen, vertrekpremies en    bonussen. „Eerst in een code, daarna in de Mediawet." 
  Nu, zegt tv-maker Bert van de Veer, is de hoogte van het presentatorsalaris    een kwestie van 'kruidenieren'. Handelswaar: de eigen kijkcijfers. Van der    Veer schreef het overzichtsboek Is er nog iets leuks vanavond? en    schetst hoe de salarissen stegen toen de commerciële omroep zijn intrede    deed. Er waren de afgelopen negentien jaar „verschillende momenten van gekte    in de prijsspiraal omhoog. Met als drogreden: als wij het niet betalen, dan    is diegene zo weg."  
  Zo'n moment noemt Van der Veer de lancering van Talpa. Die omroep kocht    kijkcijferkanonnen weg bij de concurrenten. Datzelfde dreigde eerder bij    Sport7. Daardoor sloegen volgens Van der Veer verhoudingen uit het lood.    „Jack van Gelder is de best betaalde presentator van de publieke omroep.    Maar ik denk niet dat SBS of RTL een plaatsje voor hem heeft. Hij is een    voorbeeld van iemand die op het juiste moment heeft toegeslagen." 
  Volgens Lucas Goes van BNN – hij verdient zelf net boven de Balkenende-norm –    zijn met het verdwijnen van tv-zender Talpa de salarissen weer tot rust    gekomen. „Presentatoren realiseren zich dat een passend programmapakket net    zo waardevol is als geld. De marktwaarde van het merk Jack Spijkerman en    Bridget is gedaald. Hun programma's waren geen succes bij Talpa en nu zijn    ze zelden te zien. Wat dat betreft, werkt het in de voetbalwereld hetzelfde.    Als je daar lang op de bank zit, keldert je waarde ook." 
  Intussen vindt minister Plasterk (Media, PvdA) een inkomensgrens voor    presentatoren uit concurrentieoogpunt niet haalbaar. Maar een meerderheid    van de Tweede Kamer is dat niet met hem eens en heeft gevraagd om een    spoeddebat. Dat staat gepland voor vanavond.  
  Waarom zouden de omroepen zich niet aan een inkomensgrens kunnen houden – het    is toch publiek geld? De AVRO is die mening inmiddels toegedaan. In een    verklaring schrijft de omroep dat „de AVRO van nu" de Balkenendenorm niet    langer wil overschrijden. Presentator Karel van de Graaf – goed voor een    topsalaris van 289.000 euro – verliet de omroep vorig jaar met een afkoopsom    van 544.000 euro's. Dat komt nu „beschikbaar voor programma's." 
  Ook journalistenvakbond NVJ vindt een salarismaximum voor tv-presentatoren te    ver gaan, zegt Marc Visch, secretaris omroep bij de NVJ. „Er zijn    presentatoren die behoren tot een absolute buitencategorie. Die geven de    publieke omroep smaak en uniciteit." 
  Maar wat de vakbond, net als hoogleraar Jacobs, stoort is de    „ondoorzichtigheid" van de markt. Wie zegt dat er niet veel meer dan 25    programmamakers een topsalaris verdienen? Er zijn, zo weet Visch, tal van    omroepmedewerkers die niet op de loonlijst staan. Die betalingen vallen    onder de programmakosten en zijn in de jaarverslagen niet terug te vinden.    „Freelancers en bv's zijn een schemergebied. Daar krijgen wij geen vinger    achter." Dat ervaart ook het Commissariaat voor de Media, beaamt een    woordvoerster.  
  En presentatrice Floortje Dessing? Wat gaat ze doen als Llink onvoldoende    leden heeft om te blijven uitzenden? „Dan houdt het voor mij ook op", zegt    ze. „Maar ik zit nog vol plannen. Het liefst zou ik met een camera de wereld    rondtrekken en documentaires maken. En ik wil mezelf niet heilig verklaren.    Ik ben ook commercieel. Ik schrijf boekjes, daar verdien ik flink mee. Dat    geld steek ik in mijn twee kledingwinkels. En ja, ik ben ook ambassadeur van    het Rode Kruis en Max Havelaar."  
  Krijgt ze daar voor betaald? „Nee. Ik laat me niet betalen voor goede doelen.    Andere presentatoren misschien wel. Maar dat vind ík nou kansloos."