woensdag, mei 28, 2008

‘Áls we niets doen, glijdt hij nog verder af’

AD.nl - Voorne Putten - 'Áls we niets doen, glijdt hij nog verder af'

'Áls we niets doen, glijdt hij nog verder af'

Door LEON VAN HEEL
HELLEVOETSLUIS - Een muis balanceert op de rand van een pan.
Kieskeurig pikt het diertje korrels uit de restanten van de rijstmaaltijd die is weggezet op een stapel oude kranten naast de leunstoel. Of hij hem al een naam heeft gegeven, vraagt hulpverlener Bob van Rijn aan de oude man in de stoel.

Iedere avond komt die muis vanachter de televisie tevoorschijn, verhaalt de oude tussen twee teugen zware shag. ,,En waarom niet? Het is hier beter dan buiten.'' Bob loopt naar een plastic bak van de afhaalchinees op tafel. Stap voor stap, want de vloer is kleverig. Van de diarree, zal hij later uitleggen.

,,Dat kun je niet meer eten hoor,'' wijst hij naar de grijs geworden smurrie in het bakje. De zeventiger in de leunstoel lacht cynisch: ,,Hoe kom je daar nu bij?''

Hij was goed aanspreekbaar dit keer, kijkt Van Rijn in de frisse buitenlucht terug op het bezoek, dat zich sinds de wintermaanden herhaalt. Een huisarts heeft de hulp ingeroepen van Van Rijn, gespecialiseerd in zogenoemde bemoeizorg op de Zuid-Hollandse eilanden.

Bemoeizorg, de gangbare term voor hulp aanbieden aan mensen die daar niet om vragen, vindt Van Rijn een ongelukkige benaming. ,,Veel mensen zijn juist blij met onze komst,'' valt zijn collega Marlène van den Hurk hem bij. ,,Omdat wij hun problemen kunnen oplossen.''

Vaak zijn dat schulden, vertelt zij, niet zelden opgelopen omdat mensen brieven van bijvoorbeeld overheidinstanties niet begrijpen. Vervolgens stapelt de ongeopende post zich op. Uit schaamte omdat ze niet meer meekunnen, sluiten de mensen zich steeds meer thuis op. Nee, niet al haar 'klanten' vervuilen. Soms belandt zij zelfs in een brandschone inrichting. Ze verhaalt over de 'magische la'. ,,Daar gaat alle post in. En als die vol is, gooien mensen hem leeg. Problemen weg.''

Bemoeizuchtig vindt de vervuilde zeventiger de hulpverleners wel degelijk. De eerste gesprekken verliepen via de brievenbus. Pas na weken mocht Bob naarbinnen. ,,Zo, zijn jullie er weer,'' moppert hij nu grijnzend.

Dat is al veel een warmer welkom dan Marlène krijgt van een jongen die zijn dagen biddend tot God doorbrengt. Z'n grootouders, bij wie hij inwoont, hebben haar hulp ingeroepen. Hij heeft zijn oma in een woede-aanval met de dood bedreigd. ,,Zo'n bedreiging is reden om de jongen gedwongen te laten opnemen,'' zegt Marlène. Zo ver wil zij het niet laten komen. Tevergeefs probeert ze een gesprek met hem aan te gaan. Hij wil dat ze vertrekt. ,,Ik kom binnenkort weer,'' kondigt zij aan.

Volgens haar heeft de jongen een psychose die met medicatie te bedwingen is. Of psychische problemen ten grondslag liggen aan de vervuiling van de zeventiger, durft Bob van Rijn niet te zeggen. ,,Misschien is het gewoon de alcohol, maar dat moet uit onderzoek blijken. De man zal moeten worden opgenomen, voorspelt hij. Tegen zijn zin. ,,We proberen hem te overtuigen. Straks moet de politie hem uit zijn huis halen. Heel triest is dat. Maar als we niets doen, glijdt hij steeds verder af. Hij richt zichzelf nu ten gronde. We hebben hem de afgelopen maanden hard achteruit zien gaan.''

Peinzend: ,,Opname is niet altijd het beste. Soms zijn mensen in hun bestaande situatie het gelukkigst. Afwijkend gedrag moet kunnen. Paradijsvogels zijn mooi. Anders wordt de samenleving zo steriel.''

Geen opmerkingen: